Casablanca werd gebouwd rond 2 fundamentele assen: handel en immigratie. Toen de Fransen in 1907 aankwamen, troffen ze een eenvoudig stadje aan dat heel anders was dan de imperiale steden Fez, Meknes, Rabat of Marrakech: slechts 20.000 inwoners woonden in een kleine medina. Het ‘mirakel’ van Casablanca lokte een groeiende kosmopolitische bevolking die werd aangetrokken door de belofte op zakelijke opportuniteiten en kansen op werk. De stad groeide in 1913 uit tot 78.000 inwoners; in acht jaar tijd groeide de lokale Europese bevolking van 570 tot 31.000 inwoners. Het was in Casablanca dat de Franse term ‘bidonville’ of sloppenwijk werd bedacht, toen informele rieten hutten werden samengeflanst met daken van golfplaten om het urgente woningtekort op te vangen. In wijken zoals Hay Mohammadi woonden duizenden Marokkanen die alleen de gewoonten, tradities en gebruiken van hun eigen geboortegronden kenden. Deze vermenging van bevolkingsgroepen en culturen aan de rand van de stad creëerde de identiteit van het Casablanca en het Marokko zoals we het vandaag kennen.
Na de onafhankelijkheid van het land in 1956 beleefde de stad een omgekeerde polariteit waarbij het centrum zijn status verloor, zowel als historisch hart van de stad, als wat zijn beslissingsmacht betreft. Demografsche verplaatsing werd Casablanca’s manier om zichzelf opnieuw uit te vinden en veerkrachtig te worden.
In één eeuw heeft de stad met een bevolking van meer dan 4 miljoen mensen diepgaande mutaties ondergaan. Rachid Andaloussi, een architect uit Casablanca, merkt op: “Telkens er een nieuw stedelijk centrum ontstaat, is dat het doodsbericht van het voorafgaande centrum.”

Deze tentoonstelling is een simultane, niet-lineaire ervaring waarbij archiefbeelden, geluidsopnames, een kortfilm, een monumentale tekening en hedendaagse fotografie in dialoog gaan.

Laisser un commentaire

Votre adresse e-mail ne sera pas publiée. Les champs obligatoires sont indiqués avec *

*